Facing Forward
1999

colour, stereo, 10 min.,
XGA projector, media player, stereo amplifier and speakers, min. projection size: 4 x 3 m
“I am interested in how images affect and shape the inner perceptions we have of ourselves, others and the world.” For the video Facing Forward, Tan used ethnographic footage of Asia and Africa taken by Europeans during the early 20th century, audiovisual material drawn from the archive of the Film Museum in Amsterdam. In this work, she combines different types of film footage, including groups of children, men and women holding infants, together with scenes of street life in Asian cities. These images of unknown others are twice interrupted by images of a cameraman, who then turns his camera towards the viewer. Through this presumably accidental Brechtian gesture, one becomes aware of oneself looking.
In reframing and re-editing existing ethnographic films, Tan exposes their anthropological underpinnings and questions the conventions of filmmaking. What is the relationship between the observer and the observed? How can one ever know another? The voice-over, a fictional dialogue taken from Italo Calvino’s Invisible Cities, may offer an answer. The explorer Marco Polo and Emperor Kublai Khan are speaking about travel and looking back on the past, when Polo observes, “The traveler recognises the little that is his, discovering the much he has not had and will never have.”
Credits
text: excerpt from Italo Calvino's 'Invisible Cities'
commentary spoken by Owen Oppenheimer
concept and editing: Fiona Tan
sound design: Hugo Dijkstal
archive material: Filmmuseum Amsterdam
Voice-over transcription
In a conversation with Kublai Khan, Marco Polo said that the more he was lost in unfamiliar distant cities, the more he understood the other cities he had crossed to arrive there.
At this point Kublai Khan interrupted him to ask: “You advance always with your head turned back?” or “Is what you see always behind you?” or rather: “Does your journey take place only in the past?”
And Marco Polo explained that what he sought was always something lying ahead, even if it was a matter of the past. Arriving at each new city, the traveler finds again a past of his, that he did not know he had.
Marco enters a city: he sees someone living a life or an instant that could be his. He could now be in that man’s place, if he had stopped in time long ago. Or if, long ago, at a crossroads, instead of taking one road he had taken the opposite one …
…………………………………………………………
By now, from that real or hypothetical past of his, Marco is excluded. He cannot stop; he must go on to another city, where another of his pasts awaits him, or something perhaps that had been a possible future of his and is now someone else’s present.
“Journeys to relive your past?” was the Khan’s question that this
point, a question which also could have been formulated: “Journeys to recover your future?”
And Marco answered: “Elsewhere is a negative mirror. The traveler recognizes the little that is his, discovering the much he has not had and will never have.”
Korte beschrijving
’Ik ben geïnteresseerd in hoe beelden het innerlijke beeld beïnvloeden en vormen dat wij van onszelf, anderen en de wereld hebben’, zei Fiona Tan ooit over haar werk. Voor de video Facing Forward maakte zij gebruik van bestaand filmmateriaal uit het archief van het Filmmuseum in Amsterdam: opnamen, die Europeanen in het begin van de 20ste eeuw maakten in Azië en Afrika. Tan combineert verschillende typen filmbeelden; groepsportretten van kinderen, mannen, en vrouwen met baby’s op de arm zijn afgewisseld met straatgezichten in Aziatische steden. Tweemaal worden deze opnamen van ‘de onbekende ander’ onderbroken door beelden van een cameraman die zijn lens uit het beeldvlak richt – en ons zodoende bewust maakt van onze rol als toeschouwer.
In de enscenering en de kadrering van het antropologische filmbeeld onderzoekt Tan de conventies van beeldvorming. Maar ze verkent ook de betekenis van dit soort beelden: wat is de relatie tussen de kijker en de geobserveerde – die terugkijkt? Hoe kunnen wij de ander ooit leren kennen? Een mogelijk antwoord geeft de voice over met een fictief gesprek uit Italo Calvino’s Invisible Cities. Daarin spreken de ontdekkingsreiziger Marco Polo en keizer Kubla Kahn over reizen en over de blik op het verleden, waarbij Polo opmerkt: ’The traveller recognizes the little that is his, discovering the much he has not had and will never have.’
Voice-over transcription (Dutch)
In gesprek met Kublai Kan antwoordde Marco Polo dat hoe meer hij ronddwaalde in onbekende wijken van verre steden, des te beter hij de andere steden begreep waar hij al door was getrokken om uiteindelijk daar aan te komen.
Op dit punt onderbrak Kublai Kan hem met een vraag: ‘Ga jij vooruit, met je hoofd altijd naar achteren gewend?’ of: ‘Wat je ziet, ligt dat altijd achter je?’ of liever: ‘Speelt jouw reis zich alleen in het verleden af?’
En Marco Polo verklaarde dat wat hij zocht altijd iets vóór hem was, ook al ging het over het verleden. Bij aankomst in iedere nieuwe stad vindt de reiziger iets van zijn verleden terug waarvan hij niet meer wist dat hij het had.
Marco gaat een stad binnen; hij ziet hoe iemand een leven leidt of een moment beleeft dat van hem had kunnen zijn. In plaats van die man had hij daar nu kunnen zijn als hij zoveel eerder in de tijd stil was blijven staan of als hij zoveel eerder niet die ene weg was ingeslagen maar die in tegenovergestelde richting …
…………………………………………………………
Nu is hij inmiddels uitgesloten van dat echte of hypothetische verleden. Hij kan niet stoppen; hij moet verder gaan tot aan een andere stad waar hem een ander verleden wacht, of iets wat misschien een mogelijke toekomst voor hem was geweest en nu het heden van iemand anders is.
‘Reis jij om je verleden opnieuw te beleven?’ was op dit punt de vraag van de Kan, die ook zo geformuleerd had kunnen worden: ‘Reis je om je toekomst terug te vinden?’
En het antwoord van Marco: ‘Wat elders is, is een spiegel in het negatieve. Een reiziger herkent dat weinige dat van hem is door het vele te ontdekken dat hij niet gehad heeft en nooit zal hebben.’
vertaling: Henny Vlot